Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen of meer informatie bekijken.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen. Bekijk meer informatie.

De vrijheid om te zeggen wat je wilt, te zijn wie je bent en te geloven wat je gelooft is nu een belangrijk kenmerk van Nederland.

In de 16e en 17e eeuw zet de Republiek de eerste stappen richting een vrijere samenleving. Andersgelovigen worden niet vervolgd, zoals in Frankrijk. Iedere inwoner krijgt vrijheid van geweten: het recht om in je eigen huis te geloven en zeggen wat je wil. In het openbaar mag alleen het gereformeerde geloof zichtbaar zijn.

Gereformeerd

De politiek van verdraagzaamheid begint tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) waarin geloof een belangrijke rol speelt. Terwijl katholieken de regels en gewoonten van de oude godsdienst volgen, vinden gereformeerden dat mensen zelf de Bijbel kunnen lezen, geen heiligen meer moeten vereren en de kerken minder moeten versieren. Net als andere Hollandse steden krijgt Dordrecht vanaf 1572 een gereformeerd stadsbestuur.

Prent. Mensen werken, maken muziek, koken en eten.

Vrede maant de kerken tot verdraagzaamheid

collectie Huis Van Gijn, Atlas Van Gijn.

ca. 1570

Iemand wordt gewogen en te licht bevonden ten opzichte van de Bijbel op de andere schaal.

Martinus van Beusecom

De weegschaal

collectie Huis Van Gijn, Atlas Van Gijn

ca. 1550-1650

Erfgoed

De Beeldenstorm die door Nederland waart in 1566 slaat Dordrecht over. Ook in 1572 wordt er weinig geroofd en geplunderd. De kerken worden goed bewaakt. Altaarstukken en heiligenbeelden verdwijnen wel uit de kerken, maar dit verloopt ordelijk. Desalniettemin worden katholieken tweederangsburgers, ondanks de vrijheid van geweten.

Alle families en gilden krijgen in 1572 een oproep spullen die niet passen bij het gereformeerde geloof uit de kerken te komen weghalen. Daarom weten we meestal niet meer hoe de oude kapellen waren ingericht. Maar uit de Van Beverenkapel in de Grote Kerk is een tekening en een deel van de spullen bewaard gebleven, waaronder de twee houten wachters op het altaar en een onderdeel van het familieportret.

Huisdevotie

In de 16e eeuw heeft de Reformatie invloed op hoe mensen het geloof beleven. Gereformeerden vinden dat elke gelovige rechtstreeks tot God kan bidden. Steeds meer families belijden hun geloof daarom niet alleen in de kerk, maar ook thuis. Daarvoor bestellen ze dit soort huisaltaren. Ook na hun bekering tot het gereformeerde geloof bewaart de familie Van Blijenburg dit altaar. Op de luiken staan mooie familieportretten en de kwaliteit van het altaarstuk is erg hoog.

Altaar. In het midden een bewerkte afbeelding, aan de zijpanelen portretten, links de mannen, rechts de vrouwen.

Huisaltaar Familie Van Blijenburg

collectie Huis Van Gijn, bruikleen 1952

ca. 1555-1565

Het idee dat gereformeerden sober leefden is hardnekkig. Deze avondmaalschotel laat zien dat gereformeerden niet alleen van sobere spullen en afbeeldingen hielden. Hij wordt in 1697 door een weduwe nagelaten aan de kerk van Bleskensgraaf. We zien Petrus in een rotsachtig landschap. Op de voorgrond liggen zijn sleutels en een Bijbel met geopende sloten.

Zilveren avondmaalschotel - ca. 1650-1695

Zilveren avondmaalschotel

collectie Huis Van Gijn, aankoop 1899.

ca. 1650-1695

Katholieken

Gereformeerden nemen de katholieke kerken over, maar vernielen weinig beelden of andere voorwerpen. Toch gaat in Dordrecht het grootste gedeelte van het katholieke erfgoed voorgoed verloren. Af en toe vinden we nog objecten, zoals de miskelk van de familie Van Drenckwaert. Of het fresco uit de kerk van het Minderbroedersklooster aan de Voorstraat. Het gebouw bestaat niet meer, maar opgravingen laten zien dat welgestelde burgers zich bij de monniken lieten begraven.