De Nederlanden bestaan in de middeleeuwen uit het huidige Nederland, België, Luxemburg en een stukje van Frankrijk. Vooral Brabant en Vlaanderen profiteren al sinds de 11e eeuw van de handel in textiel. Dordrecht is dan nog een kleine nederzetting aan de rivier de Thuredrith. Rond 1020 staan er houten huizen op woonheuvels langs de oevers. Bewoners houden zich naast landbouw en visserij bezig met handel over het water en overslag van goederen.
De video hieronder laat de eerste bebouwing rond de rivieren in Zuid-Holland zien, zoals de Rotta en de Thuredrith
Romeinse Tijd
Dordrecht is misschien nog wel ouder dan gedacht. Op de plek van Wolbrandskerke wonen ook in de Romeinse Tijd al mensen. Van hen vinden archeologen munten, geëmailleerde mantelspelden en andere gebruiksvoorwerpen.
Dordrecht wordt een stad
In de 12e eeuw ligt Dordrecht in het graafschap Holland. De graaf van Holland ziet de gunstige ligging aan een knooppunt van waterwegen en laat toltorens bouwen. Kooplieden die langsvaren moeten tol betalen wat Dordrecht èn de graaf veel geld oplevert. Rond 1200 mag Dordrecht zich met toestemming van de graaf zelf besturen: het is nu een stad.
Stapelplaats
Dordrecht wordt ook een stapelplaats: alle goederen die langskomen moeten eerst in de stad op de markt worden gebracht. Door de vele privileges – of voorrechten – wordt Dordrecht de rijkste stad van Holland met een belangrijke stem in de regionale en landelijke politiek.
De handel zorgt voor een grote hoeveelheid voorrechten, waarvan het Stapelrecht uit 1299 één van de belangrijkste is. Het legt vast dat alle goederen in Dordrecht op de markt moeten komen en versterkt de belangrijke positie als handelscentrum.
Sint-Elisabethsvloed
In de 15e eeuw treffen meerdere overstromingen de Hollandse en Zeeuwse kust. Het land rond Dordrecht komt onder water te staan in 1404, 1421 en 1424. Al deze overstromingen krijgen de naam Sint-Elisabethsvloed, omdat ze plaatsvinden rond de naamdag van de heilige Elisabeth van Thüringen op 19 november.
Elisabeth van Thüringen (of Hongarije) wordt rond 1490 vastgelegd op een altaarstuk dat speciaal wordt gemaakt ter nagedachtenis aan de Sint-Elisabethsvloed. In 2021 is het altaarstuk geanimeerd voor de tentoonstelling Elisabeth en de Vloed.
Eiland
De stad blijft droog, maar verandert in een eiland. Dat is een economische tegenvaller, want handelsschepen kunnen de stad nu links laten liggen en de belastingen in Dordrecht letterlijk omzeilen. Daarnaast komt het vruchtbare achterland onder water te staan en verandert geleidelijk in de Biesbosch.
Na de Sint-Elisabethvloed worden veel dorpen onbewoonbaar. Een van de 'verdronken' dorpen in het achterland van Dordrecht is Cruyskerke. Opgravingen laten zien dat de mensen hun doden in planken kisten begraven maar, anders dan wij nu, ook in uitgeholde boomstammen.
In 1983 vindt een amateurarcheoloog een pot met 504 munten bij het verdronken dorp Houweningen. De jongste munt komt uit 1421, het jaar van de Sint-Elisabethsvloed.