De broers Johan en Cornelis de Witt zijn misschien wel de bekendste Dordtenaren. Sinds het eerste kwart van de 20e eeuw staat op de Visbrug, midden in het centrum van de stad, een groot standbeeld. Johan en Cornelis zijn vooral bekend door de vreselijke lynchpartij in Den Haag op 20 augustus 1672 waar ze slachtoffer van zijn geworden. Johan de Witt, politiek leider van de Republiek, en zijn broer Cornelis worden op gruwelijke wijze vermoord.
Johan de Witt
Johan de Witt (1625-1672) maakt al jong carrière in het stadsbestuur van Dordrecht. In 1653 wordt hij raadpensionaris van Holland, een soort eerste minister. Omdat Holland het belangrijkste gewest is, is hij in feite politiek leider van de hele Republiek. Tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk lukt het De Witt zelfs om de macht van de stadhouder te beperken.
Cornelis de Witt
Cornelis de Witt (1623-1672) is politicus. Binnen Dordrecht is hij burgemeester, schepen en voorzitter van het college van regenten van het Sacramentsgasthuis. Ook buiten Dordrecht is hij bestuurder: als ruwaard van Putten, dijkgraaf, baljuw en bewindvoerder van de Universiteit Leiden. Tijdens de beroemde tocht naar Chatham van Michiel de Ruyter in 1667 is de Witt speciaal gezant voor de Staten-Generaal. Veel van deze functies heeft hij te danken aan zijn jongere broer Johan.
Moord
In het Rampjaar 1672 wordt de Republiek bedreigd door Engeland, Frankrijk en enkele Duitse staten. Volgens velen kan maar één man het land redden: stadhouder Willem III. De gebroeders Johan en Cornelis de Witt krijgen de schuld van de ellende. Met name Johan, omdat hij al bijna twintig jaar de belangrijkste man in de Republiek is. Daarnaast is hij al die tijd tegen de macht van de stadhouder. Op 20 augustus hoort Cornelis dat hij wordt verbannen. Op het moment dat zijn broer Johan hem komt ophalen, worden ze door een menigte vermoord en worden hun lichamen gruwelijk verminkt. Daarna verschijnen er penningen met hun beeltenis en de moord erop, soms met een gedicht over hun tragische dood.